Ingrid Robeyns
Paperback
384 pagina's
Geen mens zou in armoede moeten leven; daarover is iedereen het wel eens. Maar is te veel geld niet even onwenselijk?
De kloof tussen arm en rijk neemt almaar toe. Een kleine groep superrijken wordt steeds rijker terwijl de afstand met de mensen zonder noemenswaardig vermogen steeds groter wordt. Dat is moreel niet verdedigbaar, vindt politiek filosoof Ingrid Robeyns. In Limitarisme legt ze uit waarom er een limiet moet komen aan de buitensporige welvaart van de allerrijksten. Extreme rijkdom vormt een gevaar voor de democratie en staat een duurzame toekomst in de weg. Bovendien is rijkdom zelden een persoonlijke verdienste, eerder een kwestie van geluk.
In dit vlammende betoog doet Robeyns de argumenten voor het limitarisme uit de doeken, en schetst ze hoe het er in de praktijk uit zou zien. We moeten toe naar een systeem waarin de sterkste schouders daadwerkelijk de zwaarste lasten dragen en ongelijkheden ingeperkt worden. Het overtollige geld van de superrijken kan mens en samenleving veel goeds opleveren. En daar profiteert uiteindelijk iedereen van, ook de superrijken zelf.